afb.
Voor de hieronder vermelde en op de bij dit besluit behorende kaart aangeduide straten, gelegen in het uitbreidingsplan „Orthen-Noord” de volgende namen vast te stellen:
|
In 1804 was Jan van de Griendt in Orthen geboren. In dat Bossche stadsdeel bevindt zich sinds 1957 een straat die ons aan deze industrieel herinnert. Jan van Griendt was een echte negentiende eeuwse zakenman met politieke aspiraties. Hij maakte deel uit van de Bossche gemeenteraad en zat bovendien in de Provinciale Staten van Noord-Brabant. In 1865 had hij in 's-Hertogenbosch een fabriek in koffiesiroop opgericht. Het jaarverslag van de gemeente meldt twee jaar later al dat deze fabriek een produktie had van 50.000 pond koffiesiroop, welke in hoofdzaak bestemd was voor 'export naar Holland'.
Vier jaar later, in oktober 1869 begon hij een ijzerfabriek. Hij startte er een ijzerdraadtrekkerij en met het vervaardigen van spijkers. Per week werd er gemiddeld zo'n 3.500 kilo ijzer verwerkt. Het ging goed met de fabriek en Jan van de Griendt breidde uit: ten behoeve van de telegraaflijnen galvaniseerde hij ijzerdraad en ook werd er in de fabriek ijzerdraad gevlochten tot sterkere kabels. Na een voorspoedig begin was de Frans-Duitse oorlog in de 70er jaren de reden dat de prijzen van de benodigde grondstoffen (ijzer en steenkool) te sterk in prijs stegen om het werk rendabel te maken. De 33 werknemers stonden op straat.
Maar Van de Griendt bleef niet bij de pakken neerzitten en keek naar verdere mogelijkheden. In 1877 opende hij nog een fabriek voor 'kunstboter' (margarine) die hij tot zijn dood in 1884 heeft geleid. Buiten 's-Hertogenbosch was Van de Griendt eveneens aktief. Al in 1853 was hij begonnen met de ontginning van de Peel. In eerste instantie kocht hij voor dat doel 610 ha veengrond aan. Om het in cultuur-brengen van deze grond mogelijk te maken werd er eerst een kanaal gegraven om de transportmogelijkheden te verbeteren. Toen kon er turf gegraven worden. Nadat de turf was afgegraven (vijf jaar later) kon de grond bebouwd worden.
Een tweede ontginning werd daarna ter hand genomen. De nederzettingen die bij deze ontginningen ontstonden kregen een naam. De ene heette Griendtsveen (naar Jan van de Griendt), de andere Helenaveen (naar Helena Panis, de vrouw van Van de Griendt). Beide nederzettingen bestaan momenteel nog steeds.
Van de Griendt ging met zijn tijd mee. Zowel in zijn fabrieken als bij de ontginningen werden stoomwerktuigen gebruikt die de arbeiders ontlastten. Jan van de Griendt maakte deel uit van de Kamer van Koophandel. In 1841 was deze Kamer opgericht. In het eerste decennium van haar bestaan hield zij zich voornamelijk bezig met de verbetering van de infrastructuur ten behoeve van de industrialisatie. De spoorwegaanleg had haar zeer sterke belangstelling; de daadwerkelijke aanleg hiervan vond echter pas in 1868 plaats. De vergaderingen van de Kamer werden in het Bossche stadhuis gehouden.
In 1852 was Van de Griendt kandidaat voor het voorzitterschap van de Kamer; hij zou het echter pas in 1857 worden. Toen Jan van de Griendt in 1882 25 jaar voorzitter was vervaardigde P.M. Slager in opdracht van de Kamer een portret van de industrieel. Het werd aangeboden door de Kamer van Koophandel aan het Bossche gemeentebestuur. Twee jaar later, in 1884, overleed Van de Griendt. Zijn portret bevindt zich nog steeds in een van de vergaderzalen van het Bossche stadhuis.
|
1986 |
Henny MolhuysenStraat en naam : Van de GriendtstraatBrabants Dagblad donderdag 16 oktober 1986 (foto) |
5231 PC 1..27 5231 PC 2..12